Doorgaan naar Inhoud

Voedselagenda Nederland: drie ambities uitgelicht

Gepubliceerd:

Voldoende, veilig, gezond en duurzaam eten voor iedereen. Zo luidt de slotverklaring van de eerste Nationale Voedseltop. Op 26 januari jl. kwamen in Den Haag ruim 150 vertegenwoordigers uit de Nederlandse voedselindustrie bijeen om, samen met het kabinet, de basis te leggen voor een nieuw voedselbeleid in Nederland. De ambities zijn groot. Inzet is dat Nederland over vijf tot tien jaar wereldwijd koploper moet zijn in gezonde en duurzame voeding. Tijd voor actie dus.

A womans hand reaching into a basket of vegetables

Waar wil Nederland over tien jaar staan? Ons eten verandert en de manier waarop het geproduceerd wordt ook. Met minder zout, verzadigd vet en suikers en met meer groente en plantaardige eiwitten. En we willen een duurzame voedselproductie met een zo laag mogelijk verbruik van grondstoffen en uitstoot van broeikasgassen. Om grote stappen te kunnen zetten moeten we samenwerken. Alleen dan is een fundamentele verandering in de toekomst mogelijk.

Tijdens de Voedseltop presenteerden afgevaardigden van onder meer de levensmiddelenindustrie, supermarkten, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen ruim 30 eenduidige acties en ambities om de overgang naar een veiliger, gezonder en duurzamer voedselsysteem te versnellen.

We lichten er drie ambities uit:

1. “We gaan gezonder en duurzamer eten”

Bij producten die passen binnen een gezond leefpatroon spelen ingrediënten, voedingskundige samenstelling en energiewaarde per portie een cruciale rol. Hoe zorgen we ervoor dat we onze producten blijven verbeteren en dat consumenten minder zout, suiker of ongezonde vetten tot zich nemen en voldoende groente en plantaardige eiwitten kiezen?

Gezonde roadmap

Een van de bestaande initiatieven om aan deze ambitie bij te dragen, is het Akkoord Verbetering Productsamenstelling dat begin 2014 is ondertekend door de koepelorganisaties Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), Koninklijke Horeca Nederland en de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (VENECA) samen met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Doel is om gehaltes aan zout, verzadigd vet en calorieën (suiker en vet) in producten verder te verlagen.

Zo kondigde de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters en Sappen (FWS) tijdens de Voedseltop het vernieuwde commitment aan waarbij tegen 2020 het aantal calorieën per 100 ml frisdrank meet 15% wordt verlaagd, eerder was een reductie van 10% aangekondigd. Ook Unilever onderschrijft de ambities in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling en streeft ernaar dat haar portfolio voldoet aan de hoogste voedingskundige normen, gebaseerd op wereldwijd erkende voedingsrichtlijnen.

Inmiddels is dit Akkoord, onder leiding van het Ministerie van VWS, naar een Europees niveau getild middels de breed ondersteunde 'Roadmap for Action on Food Product Improvement’. Dit is van cruciaal belang vanwege het internationale karakter van de voedingsmiddelenindustrie in de Europese Unie.

Verbeterde smaak en voedingswaarde

Veel bedrijven zijn al langer bezig met voedingskundige verbetering van producten en bieden daarnaast ook verschillende portiegroottes van producten aan. Bij Unilever blijven we werken aan verbetering van de smaak en voedingswaarde van onze producten. Het merendeel hiervan voldoet aan normen die zijn gebaseerd op nationale voedingsaanbevelingen of overtreft deze zelfs. Onze toezegging gaat nog verder: tegen 2020 zullen wij het deel van ons portfolio verdubbelen dat voldoet aan de hoogste voedingskundige normen, gebaseerd op wereldwijde erkende voedingsrichtlijnen.

Zo hebben we in de Benelux het zoutgehalte al aanzienlijk verlaagd en werken we hard aan verdere verlaging om ervoor te zorgen dat tegen 2020 75% van ons wereldwijde Foods-assortiment voldoet aan zoutgehaltes die een zoutinname van maximaal 5 gram per dag mogelijk maken, zoals aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Op het gebied van suikerreductie willen we tegen 2020 het suikergehalte in drinkklare theeproducten met 25% verlagen ten opzichte van 2010.

'Betere Producten, Betere Voeding, Betere Levens'

Willeke Goossens, Voedingskundige bij Unilever: “Binnen Unilever gaat voeding echter verder dan doelstellingen. Het gaat niet uitsluitend over ‘een gezond of ongezond product’ maar over een gezonde leefstijl met voldoende variatie in het eetpatroon, sporten en bewegen en beperkte hoeveelheden. We beschrijven onze holistische aanpak als ‘Betere Producten, Betere Voeding, Betere Levens.

Bij ‘Betere Producten’ gaat het over het duidelijk maken van onze primaire verantwoordelijkheid, als voedingsmiddelenproducent, om producten te leveren met een verbeterde voedingskundige samenstelling die daarnaast gewaardeerd worden door consumenten. Ons totale portfolio wordt bekeken en verbeterd waar mogelijk: dit doen we voor alle merken, alle landen en samen met andere partijen in onze gehele keten, zoals onze leveranciers, foodservice, retailers en partners.

Bij ‘Betere Voeding’ spelen we een belangrijke rol om bewuste keuzes aantrekkelijk te maken voor consumenten. Niet alleen door onze producten te verbeteren maar in het bijzonder door te vertellen hoe ze passen binnen een gezonde leefstijl. Dit doen we ook door transparante en begrijpelijke informatie te verstrekken over de voedingswaarden van, door verantwoordelijke marketing en door verbeterde recepturen.

In onze recepten kijken we bijvoorbeeld ook of we mensen kunnen stimuleren om meer groente toe te voegen of eens een maaltijd op tafel te toveren zonder vlees. Het betekent ook dat we een gedragsverandering onder consumenten teweeg moeten brengen, waarbij veel verschillende belanghebbenden hun rol moeten spelen.

Met ‘Betere Levens’ benadrukken we dat we, door ervoor te zorgen dat onze voedingskundige verbeteringen en campagnes gebaseerd zijn op wetenschappelijke inzichten, bewijsvoering en consensus, er zeker van zijn dat we een positieve impact hebben op de kwaliteit van leven van onze consumenten.”

2. “We willen een duurzame voedselproductie.”

In Nederland wordt door de hele voedselketen volop gewerkt aan verduurzaming met aandacht voor mens, milieu en dier. Maar we willen meer. We gaan voor de laagste uitstoot van broeikasgassen per product wereldwijd. Op langere termijn wordt onze voedselproductie klimaatneutraal. En we gaan de reststromen uit de voedselketen hoogwaardig hergebruiken in het kader van circulaire economie.

guillaume-brierre

De schakel tot verduurzaming

Om de voedselketen echt te verduurzamen is een goede samenwerking door de gehele keten nodig met een actief betrokken overheid. Dat is het uitgangspunt van de Alliantie Verduurzaming Voedsel, een samenwerkingsverband van de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland, de FNLI, het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties en Koninklijke Horeca Nederland. Samen met het Ministerie van Economische Zaken heeft de Alliantie een agenda opgesteld met het doel al het voedsel dat via supermarkten, restaurants en cateraars wordt aangeboden, op duurzamere wijze te produceren en distribueren.

Een begin zonder eind

Welke grondstoffen gebruiken we en hoe kunnen we de milieu-impact bij de verwerking ervan verlagen? Op deze en gerelateerde vragen richt het Nationaal Grondstoffenakkoord zich om de overgang naar een circulaire economie te versnellen. In het akkoord staan afspraken om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen. Bijvoorbeeld het recyclen van plastic. Hergebruik van plastic kost namelijk veel minder energie dan het verwerken van nieuwe grondstoffen. Hierdoor is ook de broeikasgasuitstoot lager en de impact op het klimaat minder.

Streep door verspilling

Helaas verspillen we in Nederland gemiddeld 100 tot 160 kilogram PDF | 47.3 KB voedsel per persoon per jaar. Daarom is gezamenlijke en urgente actie nodig. Als voedingsmiddelenbedrijf met een duurzaamheidsmissie nemen we uiteraard graag onze verantwoordelijkheid en daarom steunt Unilever De Taskforce Circular Economy in Food. Verschillende landelijke initiatieven zijn gestart om deze verspilling tegen te gaan.

De Taskforce Circular Economy in Food, gelanceerd tijdens de Voedseltop, brengt initiatieven en partijen samen om voedselverspilling tegen te gaan én de reststromen te verwaarden. De taskforce is een initiatief van Wageningen University & Research in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken en de Alliantie Verduurzaming Voedsel en telt momenteel 25 leden uit de gehele voedselketen.

Wat gaan ze doen? “We bouwen, met bedrijven aan het roer, een ecosysteem waarin we doelgericht werken aan oplossingen en daadwerkelijk economische, ecologische en sociale impact realiseren”, aldus Toine Timmermans, programmamanager bij Wageningen University & Research en mede-initiatiefnemer van de taskforce. “De Taskforce publiceert in de tweede helft van 2017 een nationale strategie en roadmap om gezamenlijk te komen tot een circulaire economie voor voedsel: een economie waarin verspilling niet bestaat, agrifood-reststromen optimaal worden hergebruikt en grondstoffen hun waarde behouden.

In de roadmap staan concrete doelen en acties voor de korte én lange termijn. De taskforce fungeert daarnaast als denktank en inspiratiebron, en daagt bedrijven uit om sneller te gaan innoveren.”

Plantaardig

Als we inzoomen op een duurzamer voedselsysteem dan zouden daarin plantaardige eiwitten een voor de hand liggende keuze moeten zijn. Dat is de visie van de Green Protein Alliance: een samenwerking tussen partijen – waaronder sinds kort ook Unilever – die de eiwittransitie willen versnellen. Zij richten zich op de overgang naar een samenleving die voor haar eiwitbehoefte voornamelijk duurzame, plantaardige bronnen kiest. Dit betekent dat een groter deel van ons voedingspatroon zou moeten bestaan uit peulvruchten (vers, conserven, vlees- en zuivelvervangers), paddenstoelen, noten, zaden, (zee)wieren en algen. Doel is dat in 2025 50% van onze eiwitconsumptie plantaardig is.

Groene tomaten

Ook binnen Unilever zijn we continu bezig om onze voedselproductie, van veld tot vork, te verduurzamen. Gezien onze schaalgrootte willen én kunnen we een verschil maken op de vele terreinen waar we actief zijn. Tegen 2020 zullen we 100% van onze landbouwgrondstoffen wereldwijd betrekken uit duurzame landbouw, eind 2015 behaalden we 60%.

In de Unilever Sustainable Agriculture Code (SAC) PDF | 1.00 MB hebben we richtlijnen vastgelegd voor duurzame landbouw. Om dit te realiseren richten we ons eerst op die gebieden waar we een relatief grote speler of afnemer zijn en waar de meeste milieuwinst te behalen is, zoals duurzame palmolie, thee, soja, fruit en groenten. Voor grondstoffen waarvan we een kleiner volume afnemen, zijn we afhankelijk van samenwerking met andere partijen.

Positieve energie

Een volgende stap in de keten is de fabriek en met name de energie die nodig is voor onze productie. Om ook daarin een verduurzamingsslag te maken, heeft Unilever de ambities uitgesproken tegen 2030 ‘CO2-positief’ te zijn. Dat betekent dat 100% van de energie voor al onze activiteiten dan uit hernieuwbare bronnen zal komen. Ook zullen we samen met partners bijdragen aan de productie van meer hernieuwbare energie dan we voor onze eigen activiteiten nodig hebben. Het overschot geven we terug aan de markten en gemeenschappen waarin we actief zijn.

Goed verpakt

De laatste stap in de voedselproductie is het verpakken van producten. Een verpakking helpt producten vers te houden en te beschermen, maar wanneer het op de vuilstort belandt dan is het verloren als grondstof en kan het problemen opleveren voor het milieu. Daarom hebben wij ons, als onderdeel van het Unilever Sustainable Living Plan, een aantal doelen gesteld om de milieu-impact van ons verpakkingsmateriaal te verkleinen.

We willen het gewicht van verpakkingsmateriaal verlagen, het beter recyclebaar maken en meer gerecycled materiaal gebruiken. Begin dit jaar hebben we daar een volgende stap in gezet: in 2025 alleen nog plastic verpakkingen gebruiken die volledig herbruikbaar, recyclebaar of composteerbaar zijn. Daarmee proberen we ook anderen te stimuleren om sneller te bewegen richting een circulaire economie.

3. “We werken internationaal samen.”

Nederland wil bijdragen aan een wereld waar voldoende en goed voedsel op duurzame wijze wordt geproduceerd en geconsumeerd. Als we echt iets willen veranderen dan moeten we in actie komen, ook in Nederland, om de wereldwijde voedselproductie nu en in de toekomst veilig te stellen.

Deforestation scene

Doelgerichte actie

Wereldwijde problemen zoals, extreme armoede, ongelijkheid en onrecht en klimaatverandering zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In 2015 heeft de VN 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) gelanceerd om deze problemen aan te pakken. Regeringen en overheden, bedrijven en ngo ’s omarmen deze doelen. Tijdens de ontwikkeling van de SDG’s heeft Paul Polman een bijdrage mogen leveren gericht op het aanpakken van klimaatverandering.

Samen sterk

In 2015 ondertekenden het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Unilever het Strategisch Partnership dat in het teken staat van samenwerking aan de Sustainable Development Goals. Het partnership brengt activiteiten bij elkaar en geeft nieuwe initiatieven een gezamenlijk platform. Daarbij ligt de focus op duurzame palmolie, ontbossing, kleinschalige boeren, vrouwelijke ondernemers en de business case voor het werken aan de SDG’s.

Daarnaast is de Stichting SDG Charter opgezet om in Nederland een ambitieuze, positieve agenda rondom de Sustainable Development Goals te ontwikkelen. Het Charter ziet de SDGs als kans voor Nederland en stimuleert zijn ondertekenaars om samen te werken aan oplossingen waarbij kennis en technologie centraal staan. Stichting SDG Charter heeft een stuurgroep die bestaat uit: ministerie van Buitenlandse Zaken, Global Compact Nederland, Partos, MVO Nederland, VNG-I, IUCN NL, NWO-WOTRO en de Maatschappelijke Alliantie.

Merken met een missie

Unilever CEO Paul Polman: “Wij brengen de Sustainable Development Goals tot leven via onze merken gericht op duurzaam leven en hun maatschappelijke missies. De uitdagingen waarop de SDG’s zich richten hebben een flinke impact op onze activiteiten en bieden ons tegelijkertijd kansen. Ze sluiten aan bij onze eigen ambities die zijn vastgelegd in ons Sustainable Living Plan, zoals ontbossing tegengaan, de positie van vrouwen verbeteren, en gezondheid en hygiëne.”

Eerlijkheid op de werkvloer

In 2015 hebben we de Unilever Responsible Sourcing Audit (URSA) gelanceerd, en het eerste standalone Human Rights Report ter wereld op basis van het – door de Verenigde Naties aangenomen - Ruggie Framework on business & Human Rights – gepubliceerd. Ook zijn we begonnen met het in kaart brengen van de risico's voor de mensenrechten in landen waar we onze belangrijkste grondstoffen betrekken. We pakken systemisch de bevordering van mensenrechten aan via multi-stakeholderinitiatieven, zoals de Global Agenda Council on Human Rights van het World Economic Forum en het Consumer Goods Forum, waarin ruim 400 bedrijven zijn vertegenwoordigd.

Lees meer over de manier waarop wij onze smaken en voedingswaarde in al onze producten verbeteren

Terug naar boven